Blog: organisator en deelneemster Manon: “Eigenlijk was het een onmogelijk project”

Blog: organisator en deelneemster Manon: “Eigenlijk was het een onmogelijk project”

Geschreven door Dynamis Redactie op 19 oktober 2018

Manon Veldkamp van Dynamis droeg zorg voor de organisatie van de Go to Expo en ze fietste zelf een deel mee. Ze vertelt wat daar bij kwam kijken. Wat ze er gaaf aan vond en wat de grootste uitdaging was. En waarom ze nu steeds supersorry zegt.

“Eigenlijk was het een onmogelijk project. Normaal gesproken heb je voor zo’n fietstocht een voorbereiding van minimaal acht maanden. Nu hadden wij vijf weken. Dit was niet alleen lastig voor de fietsers, maar ook voor de organisatie. Het gaf wel direct een gevoel van verbondenheid en saamhorigheid. Samen moesten we het gaan doen. En dat leidde uiteindelijk tot dit prachtige resultaat.”

Wat was organisatorisch de grootste uitdaging?
“Hoe krijg je iedereen mee? De sponsoren, de donateurs, de organisatie, op persoonlijk vlak: je gezin. Je moet er in korte tijd voor zorgen dat je allemaal verschillende mensen enthousiast maakt voor iets waar ze nog niet mee bezig zijn. En daarnaast: ik wilde zelf meefietsen. Maar ik had door een fietsongeluk al een jaar niet meer op een fiets gezeten. Dus ik moest in korte tijd veel meters maken.”

Wat was in de voorbereiding een moment dat je dacht: het gaat lukken?
“Toen de shirtsponsors een voor een enthousiast reageerden en ja zeiden. De Provada als eerste, zonder reserves, en daarna al die anderen. Dat was kicken en dat gaf ons echt de drive om het dus ook echt te gaan doen.”

Er werd gelachen en gehuild. Wanneer huilde jij?
“De eerste dag heb ik een traan gelaten. Het fietsen was echt heel zwaar. In de afdaling ging ik zo vreselijk hard dat ik echt doodsbang was. Ik kon alleen maar denken aan waarvoor we het deden. Voor ons was het vier dagen afzien, maar voor de mensen in het Leontienhuis is het elke dag afzien. Ik bleef maar voor mezelf herhalen wat Leontien van Moorsel tegen mij had gezegd: ‘Wat je ook doet, houd je handen om het stuur gesloten.”

Wat was tijdens het fietsen een mooi moment?
“Dat klinkt misschien gek, maar ik heb er goede herinneringen aan dat collega Arjan Rens me uitmaakt voor vuile leugenaar. Het was de derde dag, de dag met de meeste hoogtemeters, en we moesten aan het eind nog een heel zwaar stuk. Arjan vroeg aan mij waar het hotel was: op een top, of in een dal. Ik zei: het dal. Ik wist bijna zeker dat hij anders zou afstappen. Dus toen hij wéér een berg op moest, was hij op z’n zachtst gezegd niet zo blij met me …”|

Bekijk de video en oordeel zelf

Wat heb je geleerd?
“Hoe snel je je kunt aanpassen en je grenzen kunt verleggen. Op dag 1 zat ik nog doodsbang in de afdaling, op dag 3 kon ik zelfs al van de afdaling genieten. Of nou ja, laten we het niet overdrijven, een klein beetje meer genieten. Vet kicken en pure doodsangst volgden elkaar op.”

1 voor allen, allen voor 1
“De groep was heel gemêleerd en ik vond het prachtig om te zien dat we tijdens de tour echt één werden. Wat zo samen optrekken en een prestatie neerzetten kan doen, is echt ongelooflijk. Dat vond ik een heel mooi bruggetje naar Dynamis: veel verschillende vestigingen met lokaal allemaal eigen expertise en dan toch samen één sterk resultaat neerzetten.”

Supersorry
“We zijn nu even terug, maar één woord blijft me elke dag aan de tocht herinneren. We hebben nu allemaal hetzelfde stopwoordje: supersorry. Komt van Arjan Rens die dat steeds zei, en nu doen we het allemaal. Supersorry!”

Meer weten over dit onderwerp?

Terug naar overzicht

Deze website maakt gebruik van cookies

Voor welke cookies geef je akkoord?

Meer informatie