De Makelaardij en de Wwft in de praktijk

Geschreven door Han van Loon op 9 september 2021

Wwft staat voor Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme. Deze wet is sinds 2008 van kracht en zowel makelaars als ook taxateurs van onroerende zaken vallen onder de werking van de Wwft.

In de loop van de jaren zijn er wat aanpassingen geweest en zo vallen er inmiddels ook verhuurtransacties met een huurprijs boven de € 10.000 per maand onder de werking van de Wwft.

In het kort gezegd, betekent deze wet voor makelaars dat zij moeten weten met wie zij zaken doen en de makelaar moet vaststellen of er een plausibele verklaring is voor de herkomst van de middelen waarmee de onroerende zaak gekocht of gehuurd wordt. De makelaar moet voor deze wet ook kunnen aantonen dat hij of zij dit onderzoek heeft uitgevoerd. Dit behelst dus een plicht dus tot schriftelijke vastlegging van dit cliëntenonderzoek en een hierbij behoort een bewaarplicht van 5 jaar.

Tot hiertoe is er nog niet zoveel mis met de Wwft (de toename van de administratieve rompslomp laten we maar even achter beschouwing). Van een zichzelf respecterend makelaarskantoor mag immers verwacht worden dat het alleen zaken willen doen met klanten die aan de juiste zijde van de wet blijven.

De schoen wringt echter wel op een ander vlak. Deze onderzoeksplicht is namelijk niet beperkt tot de eigen opdrachtgever. Ook moraliteit en financiële gegoedheid van de wederpartij, dus de koper of huurder die het betreffende pand wil kopen of huren van de opdrachtgever van de makelaar, dient door de makelaar beoordeeld te worden.

In de praktijk betekent dit, dat een makelaar dient te informeren bij deze koper of huurder hoe deze aan de benodigde middelen voor de onderhavige transactie komt. Allereerst kan dit als een nogal impertinente vraag worden geïnterpreteerd. Daarnaast is het nog meer de vraag of echte criminelen een oprecht antwoord op deze vraag zullen geven. Mocht een makelaar twijfels krijgen bij de financiële bronnen van de wederpartij en dat er sprake kan zijn van witwassen, dan is hij of zij verplicht hiervan melding te doen bij een FIU (Financial Intelligence Unit). De anonimiteit van de desbetreffende makelaar is hierbij niet gewaarborgd. Het gevoel van onveiligheid, mede omdat de makelaar als tipgever naar de FIU is te herleiden, is bij veel makelaars aanwezig. En ook niet geheel onbelangrijk; een dergelijke melding kan een transactie ook in gevaar brengen, zeker als er tussen koopovereenstemming en transport een langere periode ligt. Vooral als de melding dan onterecht blijkt, zal de opdrachtgever van de makelaar hem of haar dit niet in dank afnemen.

Bij de makelaardij blijft de vraag overeind, of de huidige onderzoeksplicht en meldingsmethodiek daadwerkelijk bijdraagt aan het opsporen of voorkomen van witwassen. Vooralsnog beklijft het gevoel dat dit meer in het werkgebied van een notaris of de Belastingdienst thuishoort.