Betaalbaar huren: moet de overheid ingrijpen?
Geschreven door Dirk Jesse Schaafsma op 20 november 2023Alle politieke partijen zijn van mening dat huurprijzen van woningen gereguleerd moeten worden, vanuit het uitgangspunt dat wonen voor iedereen betaalbaar moet zijn. Er zijn echter grote verschillen in de manier waarop partijen dit willen realiseren.
Tot 1 januari 2023 was de huurprijs in de vrije sector gekoppeld aan de inflatie. Nadat de inflatie vanaf 2022 snel opliep is ervoor gekozen om de gemiddelde CAO-loonontwikkeling bepalend te maken voor de maximale verhoging van de huren (Wet maximering huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurovereenkomsten) per 1 januari 2023.
Hoewel sommige partijen willen dat de maximale huurstijging onder de inflatie of de CAO-loonstijging moet liggen, is dat al jaren niet meer het geval. Terwijl de lonen stijgen en de inflatie afneemt, stijgt de mediane huurprijs in de vrije sector verder door. Huren zijn harder gestegen dan de inkomens. Huurders zijn daarmee een steeds groter deel van hun inkomen kwijt aan de huur. Uit analyse van 140.000 huur transacties in vrije sector sinds 2021, blijkt dat de mediane huurprijs sinds 2021 met 17% is toegenomen, naar € 1.400 per maand.
Wil je in hoofdlijnen weten hoe de verschillende politieke partijen denken over het reguleren van de huurprijzen? Hieronder is een overzicht weergeven in hoeverre de bescherming door de overheid dient te gaan volgens de verschillende verkiezingsprogramma’s.
Partijen denken verschillen over het reguleren van huurprijzen. Allereerst is het CDA voorstander van verdere regulering van huurprijzen, zonder daarbij in detail te treden. Naast dat het Woningwaarderingsstelsel (WWS puntenstelsel) geldt voor sociale huurwoningen, moet dit ook gaan gelden voor de middenhuur, vinden NSC, CU en D66. Huurderszekerheid en huurprijsbescherming is belangrijk voor deze partijen. Ontwikkelaars dienen wel voldoende ruimte te houden om te bouwen, aldus het verkiezingsprogramma van het NSC.
De SP, PvdD en GroenLinks/PvdA gaan verder in de regulering. De partijen willen voor alle huurwoningen een maximale huurprijs invoeren. GroenLinks/PvdA wil dat berekenen via het WWS. Verhuurders die te hoge huren vragen worden beboet en bij herhaling mag de gemeente de vergunning intrekken. De PvdD zegt verder dat de WOZ-waarde van een woning niet langer meegenomen moet worden in het WWS en GroenLinks/PvdA wil de rol van de WOZ-waarde minder zwaar meetellen. De PVV wil de (sociale) huren verlagen.
De VVD wil de stijging van de huren remmen en de stijging van de OZB maximeren. Het is nu te lastig om de huurprijs te berekenen, aldus de partij. Het beperken van de huurstijging moet niet leiden tot minder investeringen. De BBB is ook sceptisch en wil het doortrekken van het WWS voor middenhuur voorlopig bevriezen tot dat er voldoende is onderzocht wat het effect is op de investeringen. Woningen moeten haalbaar en betaalbaar worden. Regulering moet dat niet in de weg zitten, aldus de partij.
Kortom, aan de slag om de woningnood op te lossen, met een sterke regie vanuit de overheid. Volgens de verkiezingsprogramma’s. Dat er daarvoor meer gebouwd moet gaan worden, zijn alle onderzochte partijen het over eens.
Wil je weten wat de partijen denken over andere thema’s? Vul de Dynamis Vastgoed Kieswijzer in!